Burda Juli, 2014
Tjah, wat moet je er mee...
Tjah, wat moet je er mee...
Laat maar lekker wapperen, die kleurtjes! |
Staat u wel eens op de markt en dat u een leuk stofje ziet, maar dat de
eerste gedachte is: ‘Tjah wat zou ik er eigenlijk van maken? Het is een leuk
stofje, maar verder...’
Zulke gedachten overvallen mij vrij vaak en dan sta ik maar te twijfelen en
te treuzelen voor zo’n kraampje, totdat de marktkoopman me zo argwanend
aankijkt dat ik maar verder loop. Af en toe, in een goede bui, denk ik ‘ach wat
zou het ook’ en dan koop ik een metertje van zo’n stofje. Meestal zijn het
stofjes met heel veel kleurtjes (ik hou van kleurtjes!) waar je ook vooral niet
te veel van moet gebruiken in een kledingstuk omdat iedereen die naar je kijkt,
direct hoofdpijn van je krijgt. Dan ben ik thuis en dan ben ik helemaal blij
met mijn metertje kleurtjesstof en dan overvalt wederom die gedachte: ‘tjah wat
moet ik er eigenlijk mee.’ Inmiddels puilt mijn kast uit van de vrolijke
kleurtjes, alles gekocht in een goede bui, en meer en meer kruipt het gevoel
boven dat ik er nu toch echt iets mee moet. Je kunt niet eeuwig stoffen blijven
kopen, alleen omdat het er leuk uit ziet. Er moet ook ooit wel eens een product
uit komen.
Zon of niet, ik ben klaar voor de zomer! |
Als ik dan een écht goede bui heb, dan beginnen de kleurrijke ideeën te
komen. Dan worden er allemaal leuke zomerjurkjes getekend en dan staat het
schetsboekje vol. Op zo’n moment denk ik: ‘waarom heb ik hier maar één meter
van gekocht? Dit is zo’n leuk stofje!’
Uit één meter kun je gelukkig best wel veel doen, dus ik heb mezelf een keer
uitgedaagd om die hele ene meter te verwerken in kleding (en een hoedje
uiteindelijk nog). En dan letterlijk, die hele ene meter. Niks mocht weggegooid
worden. Hiermee word je beperkt tot ‘vierkante’ kleding: een rokje, een
omslagdoek, een detail voor in de taille en uiteindelijk het bloemetje op de
hoed. Vierkante kleding is over het algemeen het makkelijkst en ook prima in
het dagelijks leven draagbaar, dus die ene meter was ook zó op.
En het resultaat mag er wezen! Dat wil zeggen, als je het combineert met
rustige kleding. Anders word ik zo’n wandelend circus en dat is ook niet leuk
om naar te kijken. Dus wat moet je er mee? Een beetje vrolijk over straat, dát
moet je er mee!