Burda, Januari, '15
Van wanten weten
Oké het wordt winter. Nu
echt. Op het moment van schrijven heb ik nog vakantie, maar zeer binnenkort
begin ik aan mijn co-schappen, het laatste deel van mijn studie. En ‘het
laatste deel’ klinkt wel alsof het bijna klaar is, toch moet ik nog twee jaar
ploegen. Op een mensenleven valt het mee maar als je er nog aan moet beginnen,
lijkt het heel wat. In ieder geval kan ik niet mijn co-schapjes doen met koude
vingers. De horrorverhalen van de dokters met de ijskoude handen die
lichamelijk onderzoek doen, nee daar wil ik me niet aan conformeren. Dus wat
gaan we daar aan doen; handschoenen op de fiets! Helaas geldt bij mij een nog
onontdekte levenswet: hoe kostbaarder de handschoenen, hoe eerder ik ze
kwijtraak. Alle mooie leren handschoenen eindigen uiteindelijk heel eenzaam in
een kast (ik wil ze niet wegdoen, wat als ik de wederhelft toch onverhoeds
terugvind?) en alle lelijke, goedkope handschoenen blijven fijn saampjes. Ik
draag alle handschoenen ongeveer even vaak, dus daar kan het verdwijnen van
handschoenen niet aan liggen, voor de wijsneuzen.
Zacht van buiten, bloemetjes van binnen! |
Gelukkig is één zo’n paar
van die onkostbare handschoenen het paar wanten waar dit stuk over gaat. De
wanten zijn niet per se lelijk, dat niet, maar wel spotgoedkoop en kwalitatief
ook niet heel goed als ik eerlijk ben. En makkelijker te maken dan
handschoenen... Hoewel ze niet kostbaar, niet heel lelijk maar ook niet heel
mooi en niet kwalitatief goed zijn, zijn ze wel superschattig. Maar dan ook
echt heel erg schattig. Een huisgenoot destijds viel helemaal stil toen ik met
de wanten over zijn wangen streek. Een zweem van intens geluk verscheen in zijn
ogen, zo zacht waren ze. En warm dat ze zijn! Wanten zijn al warmer dan
handschoenen en deze wanten zijn dan nog eens warmer dan andere wanten door de
dikke isolatielaag, zo wordt overleven op de fiets in de winter toch een stuk
makkelijker. En dan te bedenken dat dit bruine nepbont ooit eens vast zat aan
een paar rode laarzen dat ik gekocht had, hoe lelijk! Ik weet niet wie dat
bedacht had en smaken verschillen uiteraard, maar ik vond het echt heel erg
lelijk... Gelukkig zag ik meteen mogelijkheden voor een nieuw, functioneel
leven voor dat bontlapje. Nu kan ik in ieder geval met warme vingers aan de
slag op de afdeling dermatologie, allerlei spannende huidafwijkingen bestuderen.
Ik herhaal, met warme vingers. Hoezee!
Foto's met Marit Pauwels!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten