maandag 17 november 2014

Je mag niet vloeken.

Burda, November '14
Je mag niet vloeken




Maar ik wel! In kleur dan, niet in woord. Als je het aan mij vraagt is er niets mis met het dragen van kleuren die iets te dicht bij elkaar in het kleurenspectrum liggen, vooral niet als dat een beetje warme kleuren zijn. Zoals, bijvoorbeeld, mijn nieuwste naaisel (naar een patroon van het meinummer). Mooi rood en roze is niet lelijk, vooral niet met koperrood haar, scharlaken rode lippen en pumps van nog een ander soort rood erbij.
Volgens mij het tegenwoordig ook helemaal niet zo erg als je zulk soort kleuren bij elkaar draagt, een beetje subtiel colour blocken mag best. Zelf ben ik niet heel erg fan van ‘vloeken’ met grasgroen of paars bijvoorbeeld, maar daar heeft iedereen zijn/haar eigen mening over natuurlijk. Grappig is wel dat de opvatting over welke kleuren vloeken, tijdsgebonden is. Lang geleden werden de kleuren van de narrenkleding beschouwd als vloekend, iets minder lang geleden was roze en oranje nog echt uit den boze.

Denk de salsa er nog maar even bij!
Weliswaar zal dit jurkje in sommige uwer ogen vloeken, ik word er vrolijk van. Overigens heb ik de stof er niet eens op uitgekozen. In een kringloop zag ik ooit een blouse waarvan ik vermoedde dat het zijde was. Een vriendin van me had me een trucje geleerd om zijde te herkennen: als het meteen de temperatuur van je hand aanneemt als je het in je vuist houdt, dan is het echt (handig voor mijn reis door India). Deze blouse was inderdaad van zijde, maar ongeveer 10 maten groter dan mijn eigen maat en dat is toch echt iets te groot om nog te kunnen innemen. Even verderop zag ik echter een roze, zijden, veel te grote blouse. Toen gingen er allerlei lampjes branden in mijn hoofd, want ik kon vast wel op de één of andere manier de stof van die twee blouses gebruiken voor iets anders. Et voilà! Van de voorpanden kon ik het lijfje maken, de achterpanden en de mouwen heb ik gebruikt om de rok van te maken, die nog helemaal ronddraait ook.

Ik moet toegeven dat de jurk een hoog Sneeuwwitje-gehalte heeft, maar dan rood. Een soort Roodkapje, maar dan anders. Sneeuwroodje, ofzo. Nee dat klinkt luguber... In ieder geval, het jurkje zwiert lekker rond en is ook nog weer eens spotgoedkoop van een luxe stof gemaakt. Over vloeken gesproken, wat was dat glibberige zijde rottig naaien zeg!


Foto's met Marit Pauwels!





woensdag 8 oktober 2014

Lering.

Burda, Oktober '14


Lering

Gaat dit over een lering ergens uit trekken? Nou nee, niet bepaald. Ik heb een leren rokje genaaid, daar zou het nog eerder over kunnen gaan, maar ik wilde dat niet als titel gebruiken. Allicht heb ik ergens alsnog een lering uit getrokken (een dag niet geleerd is een dag niet geleefd), misschien dat ik daar zo nog een voorbeeld over kan verzinnen.

Een blauwe rits voor de verandering
Nee waar het mij meer om gaat, is het woord. Lering. Een mooi woord, en ik associeer het ook wel met leer, wat ik mooi materiaal vind. Waar me ik persoonlijk wél aan erger, is dat als verkopers koopwaar chiquer willen voordoen dan het eigenlijk is, dat ze dan het woord ‘leder’ gebruiken in plaats van ‘leer’. Dat zie je eigenlijk alleen maar bij goedkope schoenen die eigenlijk totaal van plastic zijn, maar waar een miniem laagje leer op de zool in zit. Die gebruiken ook ‘echt leder’. Ik heb meer vertrouwen in de term ‘vera pelle’, maar misschien ben ik ook dan weer bevooroordeeld.

Je zult toch ergens maar een ledering uit moeten trekken, of een lederling zijn bij een vakman. Omdat het dan belangrijker klinkt? Voelt u zich vooral vrij om het roerend oneens met me te zijn!


Lekker priegelen met een mini-schaartje!
Nee, voor mij geen leder. Gewoon leer. Want leer is van zichzelf al mooi genoeg! Dat brengt me wel meteen op een volgend heikel puntje, namelijk dat leer echt heel mooi, duurzaam en fijn materiaal is, maar dat het wel meteen een attitude met zich meebrengt. Voor een bikerjack is dat natuurlijk helemaal prima, als ik in mijn groene leren (lederen, bah!) jas loop, dan voel ik me ook wel een beetje stoer, maar voor het rokje wordt het toch een ander verhaal. Rokjes zijn op zich al niet geschikt voor elk moment van de dag, maar een rokje van leer? Ik zou het niet eens weten, ik heb hem nog nooit aangehad, maar ik kan me voorstellen dat er een soort bondagesfeer vanuit gaat (daar schijnt trouwens ook een heel populair boek over geschreven te zijn) en dat lijkt me nou nog minder geschikt dan een rokje op zich al is. Ik heb nog geprobeerd het rokje wat te verlieflijken met krullerige details van de suèdekant van het leer, maar ik weet niet of het zal baten. Oh dan heb ik toch nog mijn lering gevonden: geen dingen maken die je toch nooit aan gaat doen! Hij is in ieder geval leuk voor de heb. 

Jungle ervaring.

Burda, September 2014
Jungle ervaring

Héél lang geleden, toen jungleprints nog geen ding waren en toen ze dat ook nog niet geweest waren, was ik eens aan het kraampjeshoppen op de Lapjesmarkt in Utrecht. Vriendinnetje aan mijn zijde en lekker neuzen maar. Toen wist ik nog niet dat jungleprintjes ooit helemaal hip zouden worden, misschien als ik wat beter had opgelet dat ik het wel had kunnen weten, maar ik liep in ieder geval tegen een goedkoop junglestofje aan.

Laat maar waaien die blaadjes!
Ik weet niet of u ooit wel eens in een jungle bent geweest, ergens in een tropisch land, maar jungles zijn nogal groen. Zelf heb ik me nog nooit door een écht regenwoud moeten ploeteren, maar ik ben langs de rand van de echte woestenij gelopen. Ook daar is het groen. Er zijn ook veel andere felle kleurtjes, maar 99% is toch wel groen.

Nou dat junglestofje was dus ook groen, met van die tropische bladeren en halmen en ook wat artistieke dingen in een hele mooie kleur blauwig-groen. Zeg maar, mijn favoriete kleur blauwig-groen. Zo’n stofje laat ik uiteraard niet liggen, hoewel ik dan ook weer op zoek moest naar een geschikte voering omdat de junglestof voor een groot deel uit gaas bestaat. Ondergoed door je kleding heen showen is nog steeds niet helemaal mijn ding (sommige mensen hebben er 0 moeite mee), en daarnaast zou dit -uiteraard- een jurkje worden dus leek het me nog minder een goed plan. Op zoek naar voering dus. Nu had ik heel simpel een zwarte stof eronder kunnen doen, maar waarom makkelijk doen als het moeilijk kan. Samen met het vriendinnetje koos ik stof die op zichzelf niet zo’n fantastische kleur heeft (kikkergroen...) maar die onder het zwarte gaas ineens verkleurde tot een bijna-blauwig-groen, mijn bijna-favoriete kleur!

In de Leidsche jungle. Zo jungle als het wordt tenminste...
Grenzend aan intens gelukkig met mijn geslaagde kleurencombinatie liepen we naar het einde van de markt. De markt zelf liep ook ten einde, dus dat kwam goed uit. Om nog even wat euforie te proeven voor ik afscheid zou nemen, haalde ik nog even mijn junglestofje uit het tasje om het te bekijken. Een gesluierde vrouw hield even pas om ook mijn stofje te bewonderen. Ze maakte me een compliment dat ze het een mooi stofje vond en voor ik het wist was ik omringd door vijf à zes gesluierde vrouwen en werd mijn stofje in het rap Arabisch de hemel in geprezen. Ik wist even niet wat me overkwam, maar het was een leuke ervaring!






woensdag 10 september 2014

dinsdag 19 augustus 2014

Autistic & artistic.

For the littlest brother.



Project Olievlek.

Burda, Augustus 2014
Project Olievlek


Project Olievlek is eigenlijk een verzamelnaam
 voor alle projectjes die ik zou gaan doen met 1 meter van deze stof. Nu heb ik wel vaker van zulk soort projectjes, van die 1 meter lappen die te leuk zijn om te laten liggen, te uitbundig zijn om veel van te kopen maar die je toch helemaal op wilt gebruiken. Het past allemaal perfect in het plaatje van ‘tjah wat moet je er mee’(julinummer).


 Dit is weer typisch zo’n stofje, een beetje van dat glibberige satijn, veel te veel kleurtjes en tóch te leuk om te laten liggen, dus ik heb het in een gekke bui gewoon maar gekocht. Meestal heb ik bij het kraampje al ongeveer een beeld wat ik wil gaan doen met de stof die ik koop, maar dat beeld bleef hier nog even uit. Het moest wel iets fladderigs worden, iets feestelijks. Veel andere keus is er ook niet, met zo’n stofje…
Vanuit mijn patroonkoffertje (wat eigenlijk een platenkoffer is, maar ik gebruik het voor patronen) kon ik nog een simpel patroon voor een jurkje opduikelen en zo ben ik aan de slag gegaan. Het zijn wel echt mooie kleuren die in dat stofje zitten en al gauw werd de associatie met een olievlek gelegd. Dat groen, bruin, blauw, roze… heel even kwam het in mijn hoofd om leer zó te bewerken dat het op een olievlek lijkt, dat leek me echt te gek. Een aantal weken later zag ik iemand met zulk soort schoenen; daar ging mijn kans op eeuwige faam. Gelukkig zag het er wel heel gaaf uit, dus ik vond het alsnog een goed idee van mezelf en ik ben blij dat er zulke mooie dingen bestaan op deze aarde.
Het rokdeel is een simpele geplooide rechthoek, maar het lijfje heeft toch een aantal rare vormen. En dan blijf je met restlapjes zitten, terwijl ik toch zo veel mogelijk alle stof wilde opgebruiken… Die restlapjes ben ik aan het verwerken in een ander jurkje en een ander deel heb ik gebruik om oude schoenen op te leuken (februari).





Overigens had niet iedereen de associatie met een olievlek. De één vond het lijken op een astronomische foto van sterrenstelsels en de ander vond me lijken op een Lookolook-lolliewikkel. Overigens was de laatste kleurenblind, interessant genoeg. Ik had het dus ook Project Nebula of Project Lollie kunnen noemen, maar Project Olievlek klinkt gewoon leuker!


maandag 28 juli 2014

Tjah, wat moet je er mee...

Burda Juli, 2014
Tjah, wat moet je er mee...

Laat maar lekker wapperen, die kleurtjes!


Staat u wel eens op de markt en dat u een leuk stofje ziet, maar dat de eerste gedachte is: ‘Tjah wat zou ik er eigenlijk van maken? Het is een leuk stofje, maar verder...’
Zulke gedachten overvallen mij vrij vaak en dan sta ik maar te twijfelen en te treuzelen voor zo’n kraampje, totdat de marktkoopman me zo argwanend aankijkt dat ik maar verder loop. Af en toe, in een goede bui, denk ik ‘ach wat zou het ook’ en dan koop ik een metertje van zo’n stofje. Meestal zijn het stofjes met heel veel kleurtjes (ik hou van kleurtjes!) waar je ook vooral niet te veel van moet gebruiken in een kledingstuk omdat iedereen die naar je kijkt, direct hoofdpijn van je krijgt. Dan ben ik thuis en dan ben ik helemaal blij met mijn metertje kleurtjesstof en dan overvalt wederom die gedachte: ‘tjah wat moet ik er eigenlijk mee.’ Inmiddels puilt mijn kast uit van de vrolijke kleurtjes, alles gekocht in een goede bui, en meer en meer kruipt het gevoel boven dat ik er nu toch echt iets mee moet. Je kunt niet eeuwig stoffen blijven kopen, alleen omdat het er leuk uit ziet. Er moet ook ooit wel eens een product uit komen.

Zon of niet, ik ben klaar voor de zomer!
Als ik dan een écht goede bui heb, dan beginnen de kleurrijke ideeën te komen. Dan worden er allemaal leuke zomerjurkjes getekend en dan staat het schetsboekje vol. Op zo’n moment denk ik: ‘waarom heb ik hier maar één meter van gekocht? Dit is zo’n leuk stofje!’
Uit één meter kun je gelukkig best wel veel doen, dus ik heb mezelf een keer uitgedaagd om die hele ene meter te verwerken in kleding (en een hoedje uiteindelijk nog). En dan letterlijk, die hele ene meter. Niks mocht weggegooid worden. Hiermee word je beperkt tot ‘vierkante’ kleding: een rokje, een omslagdoek, een detail voor in de taille en uiteindelijk het bloemetje op de hoed. Vierkante kleding is over het algemeen het makkelijkst en ook prima in het dagelijks leven draagbaar, dus die ene meter was ook zó op.


En het resultaat mag er wezen! Dat wil zeggen, als je het combineert met rustige kleding. Anders word ik zo’n wandelend circus en dat is ook niet leuk om naar te kijken. Dus wat moet je er mee? Een beetje vrolijk over straat, dát moet je er mee!

Sjoemelen.

Burda Juni, 2014
Sjoemelen
Lekker vrolijk de stad in!

Tot voor kort waren totebags (van die katoenen draagtassen) nooit mijn favoriete tassen. Ik vond het wel heel cool als ik iemand met een totebag met een leuke print zag lopen, maar ik had absoluut geen behoefte om er zelf één te kopen. Die behoefte heb ik trouwens nog steeds niet, maar ik ben ze wel een stuk leuker gaan vinden. Vooral omdat ik er zelf één gemaakt heb! En om toch een beetje trots te kunnen zijn op je product, moet je wel enige affectie hebben voor dat product.

Het idee voor een totebag zat al heel lang in mijn hoofd, totaal ingeparkeerd met andere ideeën of bezigheden. Waarschijnlijk duurde het zo’n vier(!) jaar voor dat idee er eindelijk uit kon, omdat ik zo’n tas absoluut niet nodig heb. Mijn boodschappen verdwijnen in de grotere en maatschappelijk betrokkenere Stop Aids Now tassen en alle andere spullen, mocht ik die meenemen, verdwijnen in een gewone handtas. Toch is het idee van zo’n totebag blijven hangen, dan moet er wel iets mee zijn toch? Nou, het draait eigenlijk helemaal niet om die tas. Ze zijn vooral makkelijk in elkaar te draaien en vormen een perfect ‘platform’ voor andere vormen van creativiteit.

Mijn 'echte' Marimekko
Tijdens mijn au-pairtijd in Finland ben ik flink vaak de Marimekko winkel binnengelopen. Marimekko is toch wel Finland’s modieuze trots, dus zoals het een goed ingeburgerde Finse-voor-een-jaartje betaamt, heb ik een aantal souvenirtjes gekocht. En bij elk souvenirtje kwam een plastic tasje van Marimekko mee. Nu is al het spul van dit merk vrij prijzig, dus ik had bedacht dat ik vast wel iets kon met die plastic Marimekko tasjes. Ik had dan weliswaar niet direct betaald voor die tasjes, het voelt toch wel stiekem heel goed om met zo’n tasje over straat te lopen. ‘Kijk, ik heb hier spullen gekocht’. En hier komt de totebag om de hoek kijken! Want zo kan ik tóch met mijn Marimekko-bloemen over straat, zonder dat het me al te veel kost! Dat wil zeggen, indirect heb ik toch flink wat neergelegd voor die tasjes, maar dat telt niet echt. Wat mij betreft is dit een mooi voorbeeld van legaal sjoemelen: het echte merk niet kunnen betalen, maar er toch mee voor de dag komen. Zo’n totebag is heel geschikt om de uitgeknipte bloemen op te naaien en het ziet er toch wel nog heel oké uit!
Voortaan gaan al mijn boodschappen in mijn hippe tas, want iedereen mag zien dat ik ooit iets heb gekocht van Marimekko!





zondag 4 mei 2014

Iets te vieren?

Burda, Mei 2014
Iets te vieren?



Aye aye, op weg naar het echte diploma!
Op het moment van schrijven heb ik net mijn állerlaatste toets van geneeskunde gehad. De allerlaatste, wat een opluchting! Na bijna vier jaar lang elke drie weken een zwaar tentamen gehad te hebben, is de blijdschap groot! Even voor de goede orde, ik ben er nog lang niet. Hoe dan ook, de tentamens zijn achter de rug!
Misschien is het een beetje uitzinnig om hier een feestje voor te geven, maar ik laat de vlaggetjes mooi hangen. De vlaggetjes hingen er in de eerste plaats voor mijn verjaardag (altijd leuk, de dag voor een tentamen), gister deden ze nog dienst als woondecoratie en nu dienen ze om mijn laatste toets te vieren.

Het zijn geen stoffen of plastic vlaggetjes, ze zijn van leer. Stoffen vlaggetjes vond ik te veel werk om er netjes uit te laten zien en zo veel tijd had ik niet meer voor mijn verjaardag. Helaas houden mijn creatieve ideeën niet altijd rekening met mijn enigszins beroerde tijdsmanagement. Plastic vlaggetjes zouden nog wel eens leuk en makkelijk kunnen zijn, als ik zo even hardop nadenk. In sommige winkels krijg je een heel leuk tasje mee als je iets koopt, van die tasjes die eigenlijk te mooi zijn om weg te doen maar waar je niet direct iets mee kunt. Encxc de H&M heeft ook altijd wel tasjes met leuke prints, of anders tasjes in effen kleuren van verschillende winkels. Genoeg tasjes en genoeg ideeën!

Restleer in vrolijke kleurtjes!
Voor een volgende keer dan, deze zijn nou eenmaal al gemaakt. Ook dit is weer een fabriceersel van restjes en bij elkaar geraapte stukjes. Op de stoffenmarkten ben ik niet weg te slaan bij de leerkramen, de geur, de kleur, de structuur van het leer... Ik kan er uren naar kijken. En het blijft meestal ook bij kijken, want de portemonnee laat het helaas niet toe om zomaar een €40 lap te kopen, gewoon omdat hij mooi is. Als ik er nou een fantastisch plan voor had en de goede naaimachine, OK. Maar zomaar? Helaas... Gelukkig zijn er vaak kleine lapjes en restjes te krijgen die niet duur zijn en die mijn naaimachine wél aankan. Van de kleine restjes (die ik toch te zonde vond om weg te gooien) heb ik uiteindelijk de vlaggetjes gemaakt.


Ze zijn niet eens superfeestelijk of échte eyecatchers, maar ze zijn wel echt heel mooi. En speciaal. Voor alles wat ik te vieren heb!

Een eigen huis, een plek onder de...

Burda, april 2014
Een eigen huis, een plek onder de...


Misschien de volgende keer eentje met bloemetjes?
Douche! Onlangs ben ik verhuisd naar een eigen appartementje. Van een 13-koppig studentenhuis naar een eigen appartement, dit hoofdstuk in mijn leven heet ‘Anne Begint Echt Volwassen Te Worden’. En bij een appartement hoort een douche, en daar hoort op zijn beurt weer een douchegordijn bij. Toch? Tot op heden heb ik dat niet, met als gevolg dat de hele douche onder gesputterd wordt als ik mezelf schoon schrob. De vorige bewoonster heeft er al wel heel elegant een half plexiglas wandje ingezet, maar het mocht niet (te veel) baten. Tijd voor actie!

Er zijn hele leuke douchegordijnen te koop, absoluut. Daar zit helaas geen uitdaging in, en helaas hangt er soms wel een uitdagend prijskaartje aan. Wat heerlijk toch dat ik een naaimachine heb en wat fijn dat ik het in mijn bolle hoofd haal om een tafelzeilwinkel binnen te stappen met het idee een douchegordijn te maken van tafelzeilspul. De winkelmeneer was heel aardig, hij gaf toe dat er vaker mensen komen die tafelzeil kopen om er een douchegordijn van te maken - de slimmerds -.
Meestal zijn verkopers er niet zo happig op om hun koopwaar te verkopen voor een ander doel, maar deze meneer was heel oprecht. Nu kan ik of voor €15 een douchegordijn kopen, of voor €3 van een stukje tafelplastic er eentje fabriceren. Als het gaat zoals ik verwacht, dan wappert dat plastic niet zo veel en dan blijft het ook niet zo kleven aan je lichaam als je per ongeluk het gordijn aanraakt. Dat vind ik namelijk echt heel vies.

De aardige meneer gaf me nog een tip mee: smeer wat vaseline of olijfolie op het plastic, anders glijdt het voetje niet. Wat een openbaring! Dit had ik natuurlijk ook allang kunnen googlen, maar afijn, op deze manier kan het ook. En dan heeft de meneer weer een beginnend creatieveling een stukje verder geholpen.

Wat grappig, je ziet het spoor van het voetje heel goed!
Het plastic blijkt toch wel rottig om mee te werken, zo’n beetje al het pluis en losse haren die op mijn vloer lagen, plakken nu aan het gordijn. Misschien had ik moeten schoonmaken... Aan de andere kant, het is een douchegordijn, dat spoel ik wel weer schoon.
En dat smeren dat doet wonderen! Ergens vind ik dat helemaal fantastisch, soms ben ik nog een heel klein meisje wat er ontzettend van houdt om alles onder te kliederen. Het halve potje vaseline ging op, alles zit eronder maar het naaien ging: gesmeerd!




donderdag 6 maart 2014

Ceci n'est pas une robe (dit is geen jurk).

Burda, maart 2014
Ceci n’est pas une robe (dit is geen jurk)

Een haarband, een bolero en een lange rok?
Naar het beroemde kunstwerk ‘ceci n’est pas une pipe’. Terwijl er toch wel degelijk een pijp op het plaatje is afgebeeld. Is het nu een pijp, of niet? Ja en nee, want er staat weliswaar een pijp afgebeeld, toch functioneert die afbeelding absoluut niet als pijp. Kleding is meestal niet zo cryptisch. Een jurk is over het algemeen een jurk en functioneert ook als jurk. Bij sommige haute couture is het kledingstuk misschien niet zo goed gedefinieerd  als alledaagse kleding, maar daar is het ook h

aute couture voor.

Waar het mij om gaat is, als ik een jurk in mijn handen heb, is het dan een jurk? Als ik het zo draag wel. Moet ik het dan daadwerkelijk zo dragen? Nee, en dan is het ook geen jurk meer. Een stukje onconventioneel denken in tijden waarin we vrij lijken om te kiezen, terwijl dat allerminst zo is.
Zo’n beetje alles wat strapless en elastisch is kan meerdere malen van functie wisselen. Een rok als jurk, een jurk als rok of een topje als rok. Het sjaaltje heeft ook al heel lang het terrein van de hals verlaten en profileert zich als uitstekende haarband, dus een beetje sjoemelen met ander soort kleding mag best.

Een slechts klein rebels gebaar is bijvoorbeeld kleding achterstevoren dragen. Een lage boothals aan de achterkant, in plaats van voorkant. Een stapje verder: netpanty’s kunnen prima dienen als mooie mouwen, hoewel een beetje lenige schouders wel een vereiste is. Van een beetje een rekbare sjaal maak je tegenwoordig een hele mooie wikkelrok. De echte waaghals gebruikt een sjaal als beha, hoewel niet aanbevolen voor het dagelijks leven. Voor wie dit nog te standaard is, die kan de grens verleggen naar kleding van de andere sekse. Ik heb hele mooie instructievideo’s gezien over hoe je een sexy jurkje van een coltrui maakt, of een zomers strandjurkje van de blouse van je vader.

Nu is het ook wel zo dat de meeste kleding ontworpen is voor een bepaald lichaamsdeel  en dat niet alles zomaar uitgewisseld kan worden. Een trui als broek zie ik ook nog niet helemaal voor me en ook dingen als schoenen en hoeden worden wellicht lastig. Kleding anders dragen is echter mijn persoonlijk gebaar om een individu te blijven in de massa.
Zelfgenaaide kleding dragen is daar ook een mooie uitwerking van en jullie krijgen, net als de voorbijganger die haar jurk als rok draagt, allemaal een brede glimlach van me.



Of toch een riem, een jurkje en een netpanty...

dinsdag 18 februari 2014

Nieuwe schoenen.

Burda, februari 2014
Nieuwe schoenen

Hierbij is nieuw een heel relatief begrip. Nieuw in de zin van vers van de productie band? Nieuw omdat je ze nu pas voor het eerst draagt? Omdat ze van eigenaar zijn veranderd? Omdat ze er anders uitzien dan voorheen? Voor mij zijn eigenlijk alle vier de interpretaties van toepassing maar uit de laatste haal ik de meeste voldoening.
Durf hier maar eens nee tegen te zeggen!
Mijn oude tieneradagium veel-voor-weinig-maar-slecht heeft plaats gemaakt voor weinig-voor-veel-maar-goed. Hierdoor gaan schoenen lekker lang mee, dit past goed in mijn zuinige opvoeding.
Betekent dit dat ik geen nieuwe schoenen hoef te kopen? Ja. Betekent dit dat ik ook daad-werkelijk geen nieuwe schoenen koop? Nee. Ik hou nu eenmaal van schoenen kopen!

Wel heb ik een andere manier gevonden om aan nieuwe schoenen te komen, zonder dat het me al te veel kost. Alles wat ik nodig heb, is een beetje creativiteit, naald en draad en misschien wat textiellijm.
De schoenen waar ik op uitgekeken ben, staan altijd een beetje sneu in een hoekje van mijn kamer. Ze worden niet meer gedragen maar ze zijn nog te goed om weggedaan te worden. Waar mijn puberschoenen kwamen, stuk gelopen werden en weer weggingen, staan de kwaliteitsschoenen daar met hun eeuwige houdbaarheidsdatum zonder daar profijt van te hebben. Tijd voor verandering!
 
Neem nou mijn zwarte lakpumps. Een mooie pump voor een zelfbewuste vrouw, toch? Met mijn ene hak bleef ik haken achter het enkelbandje van de andere voet (vraag me niet hoe ik het voor elkaar kreeg). Het bandje ging kapot, maar de schoen zelf was prima. Ook zonder bandje bleef hij prima zitten, dus nog te goed om weg te doen. De oplossing: rimpel wat voile, maak er een bloem van en naai deze met een knoop aan de zijkant. Of de blauwe schoenen. Ooit tweedehands gekocht, mooi blauw leer maar een lelijke houten blokhak. Laagje kant op de blokhak, wat kant op de schoen naaien et voilà!
De laatste hand aan de laarsjes
De echte metamorfoseklappers zijn de enkellaarsjes, ooit begonnen als hoge laarzen met een skaileren strik. De strik was het eerste wat sneuvelde. Daarna ging de schaar erin en werden het korte laarsjes. In een artistieke bui heb ik de kleurige lapjes erop genaaid zodat zelfs een zwarte outfit er kleurig uit kan zien.

Het lijkt alsof we elk seizoen een nieuwe garderobe moeten hebben, maar zo heb je een uniek paar stappers aan de voeten zonder dat het teveel tijd, geld of moeite kost. Goedkeurende blikken gegarandeerd!



zaterdag 18 januari 2014

Ode aan de waxbroek.

Burda, Januari 2014
Ode aan de waxbroek


Er zijn van die kledingstukken die jaren meegaan, met heel veel plezier gedragen worden en elke keer opgelapt worden als er iets stuk gaat. U kent het vast wel, een favoriet kledingstuk waarvan u het niet over het hart zou kunnen krijgen om het weg te gooien. Zo’n kledingstuk had ik nou ook, een donkere spijkerbroek met een flinke wax coating.

Het ding heb ik jarenlang gedragen en elke keer als er iets doorscheurde of kapot ging, dan naaide ik er weer een lapje in of dan zette ik een nieuwe knoop aan. Of een nieuw lapje waar de knoop zat. Of ik lijmde een lapje voor ik het vastnaaide. En dan vooral het beruchte stuk bij de dijbenen, dat ging behoorlijk vaak stuk. Ik heb gezonde Hollandse bovenbenen, dus door de wrijving heb ik daar minsten vijf keer een nieuw stuk stof moeten innaaien.

Uiteindelijk begon het toch een  beetje te door te dringen: dit is geen doen meer. Ik besloot de broek niet meer te dragen. Ook zou ik hem pas weg gooien als ik een andere waxbroek had gevonden. Kennelijk was deze broek heel erg zeldzaam, want tot op de dag van vandaag heb ik nog geen nieuwe favoriete waxbroek kunnen vinden. Maar om nou die broek voor eeuwig in   mijn kast te laten liggen…

Ik ben eens gaan kijken hoe het verder met de broek gesteld was. Vooral de dij-bil-heup regio was beschadigd, maar bijvoorbeeld de broekspijpen zagen er nog prima uit. In een helder moment bedacht ik me dat die broekspijpen wel eens hele mooie mouwen zouden kunnen zijn. Er was genoeg broek over voor een bovenstukje en met een beetje zwart voile eronder zou het vast wel iets moois kunnen worden.

Met een beetje moed heb ik de schaar erin gezet. Alles ging uit de losse pols, zoals ik dat vaker doe met zulk soort projectjes, dus er bestond ook nog eens een reële kans dat ik mijn broek helemaal zou verknippen. Een klein avontuurtje zou ik het kunnen noemen. Het ging overigens prima, en om het geheel toch nog een beetje kleur te geven, heb ik de knoopsgaten met verschillende kleuren blauw gestikt. Volgens mij is dit overigens alleen van heel dicht bij te zien maar het was leuk om ermee te puzzelen.

Extra: aan de mouwen kun je nog zien dat het vroeger een
broek was...
Nu is mijn broek een blouse en nu kan ik hem nog heel lang blijven dragen. Een ode aan die mooie broek.